Omdat het publiek eraan toe was wat makkelijkere muziek te horen na de klassieke muziek van de 19e eeuw, ontstond in Amerika de showmuziek die aan het eind van de 19e eeuw heel populair werd. Dit waren shows die bestonden uit geacteerde scènes, liedjes, dansjes en koren. Dit waren de eerste vormen van musicaltheater wat we later musical gaan noemen.
De Engels gesproken musicals werden later verkocht aan andere landen die allemaal een eigen vertaling gingen maken van de shows zodat het voor het publiek goed te begrijpen was. Later werd er steeds meer popmuziek toegevoegd aan de voorstellingen door bijvoorbeeld gitaren en het drumstel aan het orkest toe te voegen.
Naast muziek bleef dans en toneel een heel belangrijk onderdeel. De liedjes bleven afgewisseld worden door gesproken scènes en ondersteund door dans. De manier van zingen veranderde hierdoor ook, als je zoveel moet bewegen kan je namelijk niet ook nog op een klassieke manier zingen.
